Onderwijs laat je groeien

Onderwijs maakt je mooier.


Vaardigheidsscores op cito-toetsen

In de derde kolom noteert u de vaardigheidsscore die hoort bij de toetsscore. Die bepaalt u, zoals in paragraaf 3.1 is aangegeven, met behulp van de tabel in bijlage 2a: Van toetsscore naar vaardigheidsscore en niveau, als de leerlingen deel 1, 2 en 3 hebben gemaakt of bijlage 2b: Van toetsscore naar vaardigheidsscore en niveau als de leerlingen deel 1, 2, 3 en 4 hebben gemaakt. U geeft met een kruisje in de grafiek aan welke vaardigheidsscore de leerling heeft behaald. U doet dat als volgt. Zoek de vaardigheidsscore (in ons voorbeeld van Isa is dat 101) op aan de onderkant en trek van daaruit een denkbeeldige verticale lijn omhoog. Waar deze lijn de horizontale lijn achter de betreffende naam snijdt, zet u een kruisje. Het kruisje geeft het vaardigheidsniveau weer van de betreffende leerling op Rekenen algemeen. In bijlage 2b is te zien dat de vaardigheidsscore van 101 hoort tot niveau III.

Gemiddelde scores

Wanneer u alle vaardigheidsscores hebt ingevuld, berekent u de gemiddelde vaardigheidsscore voor de groep door alle vaardigheidsscores op te tellen en te delen door het aantal leerlingen. De uitkomst rondt u af op één cijfer achter de komma. U noteert de gemiddelde score op het overzicht. Wat voor de gemiddelde scores van individuele leerlingen geldt, geldt ook voor de gemiddelde vaardigheidsscore.